donderdag 28 mei 2015

Dag 19

Gisterennacht nauwelijks geslapen vanwege de winterse koude. Als ik vanaf hier en nu nog vaak wil kamperen, vrees ik toch tegen de aanschaf van een nieuwe (dons)slaapzak aan te zullen kijken - tenzij ik wil doodvriezen natuurlijk. Toch hoop ik nog altijd in een positieve ommekeer van de weersgesteldheid. Vanmorgen was het lichtbewolkt met een waterzonnetje, maar vreselijk koud en winderig. Ik ben zo snel mogelijk de fiets opgesprongen om de koude enigszins al trappend te verdrijven. De hemel trok gauw volledig dicht en tijdens de rit werd ik geregeld op een flinke portie motregen getrakteerd. Het belangrijkste wat ik over deze dag te vertellen heb, is echter mijn allereerste ervaring met de E6. Dit is de weg die me nog vaak zal vergezellen richting de Noordkaap. Bij het oprijden werd ik meteen al afgeschrikt door een verbodsbord voor fietsers en voetgangers, maar volgens de gids 'Norwegen per Rad' van Frank Pathe - waarop ik mij ondermeer voor het uittekenen van deze route heb gebaseerd - is de E6 'für Radfahrer nur bei Ortsumgehungen gesperrt'.
Ik heb er vandaag zo'n 12-tal kilometer over gereden en vond het een akelige ervaring. Ik had geen uitwijkmogelijkheid voor de voorbijrazende auto's en vrachtwagens - deze hielden zich wel netjes in bij het kruisen van het verkeer uit de tegenovergestelde richting of bij het oprijden van een onoverzichtelijke heuvel -; ik moest hoe dan ook zo uiterst rechts mogelijk rijden, rakelings langs de vangrails, en vaak over de witte trilband. Het eerste traject van ca. 10km tot voorbij Dovreskogen ging bovendien geleidelijk bergopwaarts. En het motregende. Een alternatieve weg, behalve de spoorlijn, in dit enge stuk van het Gudbrandsdalen, met steile bergflanken van wel 700m hoog, was helaas niet voor handen. Ik moest er door. Na een 2-tal kilometer voorbij het voornoemde plaatsje was die er wel, aan de oostzijde van de E6. Dit was een heel landelijke, met vrijwel geen autoverkeer, maar zeer vermoeiende, sterk op en neer gaande weg tegen de bergflank, die alsmaar meer en meer hoogte won, met op de top, als beloning, schitterende uitzichten over het dal. Op een gegeven moment werd ik er wel opgeslokt door een voorbijtrekkende wolk, vergezeld van een flinke portie... motregen, uiteraard. Kort voor Dombås moest ik helaas weer die zenuwslopende E6 weer op. Vanwege de koude en de neerslag, alsook vanwege de mentale vermoeidheid tengevolge van mijn uiterste concentratie en de doodsangsten die ik moest doorstaan op de E6, heb ik het, al na 53km, in Dombås voor bekeken gehouden, en - nota bene vlak voor een camping - het comfort, de warmte en het buffet van een hotel opgezocht. Het hotel heet 'Dombås Hotel', maar volgens de factuur van dit hotel heet ik 'Gerd Josez Fets' (ik had de receptioniste nochtans mijn ID-kaart gegeven ter vermijding van schrijffouten; overigens, mijn in Aabenraa aangemaakte campingkaart staat ook vol fouten, bijvoorbeeld de straat waarin ik woon, heet 'Vogelzangstkaat'; maar ik zal maar niet teveel lachen zeker, mijn Deens en Noors trekken ook op niks).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten